40-dagenretraite
40-dagen 2023: Rechtvaardigheid en vrede omhelzen elkaar
Steun onsDe sociale leer van de katholieke Kerk is een verzameling leerstellingen ontwikkeld door de katholieke Kerk over vragen als armoede en rijkdom, de economie, sociale instituties en de rol van de staat.
De katholieke sociale leer kreeg vorm in de tweede helft van de 19e eeuw, speciaal met de publicatie in 1891 van de brief Rerum Novarum van paus Leo XIII (Latijn: Over nieuwe dingen). In 2004 verscheen het Compendium van de sociale leer van de Kerk dat een overzicht geeft van de standpunten van de Kerk in deze materie.
“Het best bewaarde geheim van de Kerk”, zo omschreef de Amerikaanse sociaal activiste Dorothy Day (1897-1980) de sociale leer van de katholieke Kerk.
Het doel van de katholieke sociale leer is volgens paus Benedictus XVI: de rede te zuiveren en om hier en nu bij te dragen aan het erkennen en bereiken van wat juist is.
Volgens Johannes Paulus II vormen menselijke waardigheid, solidariteit en subsidiariteit de hoekstenen van de sociale leer. Deze fundamenten vinden op hun beurt weer hun oorsprong in de joodse wet, de boeken van de oudtestamentische profeten en de lessen van Jezus Christus uit het Nieuwe Testament.
Paus Franciscus: “De sociale leer van de Kerk heeft niet alle antwoorden, maar ze heeft wel enkele principes die tijdens deze reis kunnen helpen om de antwoorden te concretiseren, principes die nuttig zijn voor zowel christenen als niet-christenen.”
Dom Hélder Câmara (1909-1999) was aartsbisschop van Olinda en Recife in Brazilië en een zelfbenoemde socialist tijdens de militaire dictatuur in Brazilië (1964-1985).
Tijdens zijn eerste jaren als priester was hij een aanhanger van extreemrechts, een ideologische keuze die hij later verwierp. Tegenwoordig is hij vooral bekend als pleitbezorger van de bevrijdingstheologie. Dom Helder predikte voor een kerk die dichter bij de arme mensen stond.
Het volgende citaat wordt aan hem toegeschreven: “Als ik de armen voedsel geef, noemen ze me een heilige. Als ik vraag waarom ze arm zijn, noemen ze me een communist.”
Dorothy Day († 1980) was een Amerikaanse journaliste, sociaal activist en anarchist die, na een nogal ongeregelde jeugd, katholiek werd zonder haar sociaal en anarchistisch activisme op te geven.
Ze was misschien wel de bekendste politieke radicaal onder de Amerikaanse katholieken en richtte de Catholic Worker Movement op, een pacifistische beweging die directe hulp aan armen en daklozen combineert met geweldloze actie. In een toespraak voor het Congres van de Verenigde Staten nam paus Franciscus haar op in een lijst van vier voorbeeldige Amerikanen die aan “een betere toekomst bouwden”.
Dorothy Day: “Armoede is eenvoudig en complex tegelijk; het is een sociaal fenomeen en een persoonlijke aangelegenheid…”
De sociale leer van de Kerk kreeg veel impulsen vanuit Zuid-Amerika, een continent met grote sociale tegenstellingen. De verwachting dat de verkiezing van de Argentijnse paus Franciscus zou leiden tot een verhoogde aandacht van de Kerk voor sociale kwesties in de wereld, heeft zich gerealiseerd.
Velen beschrijven Laudato si’ (2015) van paus Franciscus in de eerste plaats als een milieudocument. De paus benadrukt echter dat de opwarming van de planeet symptoom is van een groter probleem: de ontwikkelde wereld staat onverschillig tegenover de vernietiging van de planeet terwijl ze economische winst op korte termijn nastreeft. Dit heeft geresulteerd in een ‘wegwerpcultuur’ waarin ongewenste mensen – armen, ongeborenen, ouderen… – als afval worden weggegooid.
Door de problemen van het milieu te verbinden met die van de armoede – een karakteristiek van zijn pontificaat – dringt Franciscus erop aan dat de wereld “zowel de roep van de aarde als de roep van de armen moet horen”.
Leo XIII (1810-1903) was paus van 1878 tot aan zijn dood in 1903. Hij staat bekend om zijn inzet voor de bepaling van de positie van de katholieke kerk met betrekking tot het moderne denken.
In zijn beroemde rondzendbrief Rerum Novarum uit 1891 schetste Leo het recht van arbeiders op een eerlijk loon, veilige werkomstandigheden en de vorming van vakbonden, terwijl hij de rechten van eigendom en vrij ondernemerschap bevestigde.
Hij verzette zich tegen zowel het socialisme als het laissez-faire-kapitalisme.
“Er moet niet worden aangenomen dat de Kerk haar energie zo concentreert op de zorg voor zielen dat ze dingen over het hoofd ziet die betrekking hebben op het sterfelijke en aardse leven.”
In Nederland en Vlaanderen gaven aan het eind van de 19e eeuw met name de priesters Alphons Ariëns (1860-1928) en Adolf Daens (1839-1907) bekendheid aan het katholiek sociaal denken. De eerste zette zich in voor de textielarbeiders in Twente en de tweede voor de arbeiders in Aalst.
Het leven en werk van ‘Priester Daens’, die sterk beïnvloed was door Rerum Novarum van Leo XIII, spreekt nog altijd tot de verbeelding. Louis Paul Boon schreef een roman over hem die in 1992 werd verfilmd en de musical over zijn leven (hernieuwde versie 2020) had veel succes. In 2015 kreeg hij officieel eerherstel van de kant van de Kerk van wie hij tijdens zijn leven veel tegenwerking ondervond.
Op een monument voor Daens in Aalst, onthuld in 1957, staat de volgende uitspraak van Daens: “Slaaf noch bedelaar mag de arbeider zijn. Hij moet een vrij en welvarend man wezen.”